340 21 JULI 1917. meester en wethouders kennen de verschillende om standigheden, waarmede rekening moet worden gehou den. Daarom is iedere limiet uit het voorstel uitgelicht. Burgemeester en wethouders willen voor iedere klasse eene rantsoeneer in g vaststeken en die zoo ruim inogielijv doen zijn. Zij'vragen volmacht, om dit rantsoen naar omstandigheden te kunnen wijzigen, ten einde niet tel- kenë bij den raad behoeven aan te kloppen. Als het maximum overschreden wordt, zal men in de volgende maand de nadeelige gevolgen ervan on dervinden. De prijs van f 1.per M3. boven het rantsoen is volgens den directeur der Rijkskoilendistributie nog1 te laag. Iedere M3. boven het rantsoen is niet te betalen, want er zijn geen kolen. We zien. nu reeds, dat er tal van aangeslotenen boven het rantsoen gaan en dus 24 cent per M3. moeten betalen. Doch daar stoort men zich niet veel aan. Nu zegt men wel, dat men niet ieder oogenblik naar den meter kan loopen, om zijn verbruik te contröleeren, doch dat zal toch de eenige manier zijn, wil men niet het gevaar loopen, dat de gastoevoeir wordt afgesneden Aan den heer van Huiten kan spreker me.de- deelen, dat het in de bedoeling van burgemeester en wethouders ligt, om voor alle aansluitingen zooveel mogelijk een dagrantsoen vast te stellen. De heer KLÜFT vraagt, of het de bedoeling is, dat déze rantsoeneering met 1 Augustus zal ingaan, waarop de VOORZITTER bevestigend antwoordt De heer BOGAARDT heeft vooropgesteld, ddt hij niet wilde uitmaken, aan wie de schuld ligt. De ge meente zegt, dat men zich moet schikken naar de voor schriften van de rijkskolendistributie. wijl men ande.rs de dupe ervan wordt. Dat is het gewone spel. Spreker zal hiervan, te zijner tijd op eene andere plaats gebruik maken en daarmede zijn voordeel doen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 340