342 21 JULI 1917. ernst der tijden niet zullen vergeten, en in dit bijzon der noodgeval zijne stem aan het voorste] te geven. De VOORZITTER herinnert eraan, dat dezer dagen van wege de gasfabriek aan alle gasverbruikers eene vragenlijst is toegezonden. Spreker kan nu reeds mede- deelen, dat met alle omstandigheden op die lijst ge vraagd en beantwoord, bij de bepaling van het rantsoen zal worden rekening gehouden. Eerst gisterenavond hebben burgemeester en wethouders een systeem voor de regeling van het rantsoen kunnen vaststellen. Dat kon niet eerder geschieden, omdat men niet voldoende op de hoogte was. Er zal worden vastgesteld een rantsoen voor koken en bovendien een rantsoen per persoon en per dag, terwijl ook nog gas verstrekt zal worden aan hen, die van een geijser gebruik maken. Burgemeester en wet houders willen deze regeling aan zich houden, omdat ieder oogenblik het rantsoen kan veranderd worden en daarvoor niet steeds de meening van den raad zou be hoeven te worden gevraagd, hetgeen de zaak slechts kan tegenhouden. De heer SMITS neemt volgaarne aan, dat burge meester en wethouders bereid zijn eene billijke regeling vast te stellen, doch het is zuilk eene (gewichtige kwestie, dat men niet alles voetstoots aan burgemeester en wet houders mag overlaten. Al hetgeen men hier gehoord heeft, is men slechts te weten gekomen uit mededee- lingen van raadsleden. Het is noodzakelijk, dat de raad beslist met volledige kennis van zaken. Deze ontbreekt thans, wijl de raad onvoldoende is ingelicht. De heer BOGAARDT vraagt, of de gemeente Breda zich maar alles laat aanleunen, wat de Rijkskolendis- tributie voorschrijft, ofwel, dat zij tracht daarin wijzi gingen te brengen. Er zijn verschillende1 omstandigheden die voor Breda eene anderre regeling noodzakelijk maken. Zoo o a. de gaslevering aan Princenhage.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 342