13 AUGUSTUS 1917.
363
aan allen een gelijk percentage toegekend, doch bij dit
nieuwe voorstel is rekening gehouden met de praktijk,
wijl gebleken is, dat gezinnen met kinderen meer noo-
dig hebben, dan dezulken, die geen kinderen ten hunnen
laste hebben.
Verder hebben burgemeester en wethouders rekening
giehouden met de financiën der gemeente en zijn daar
om niet hooger gegaan dan thans wordt voorgesteld.
Toen de lijst der ambtenaren met de berekening ge
reed was, bleek, dat in het voorstel nog enkele onbil
lijkheden voorkwamen en de bijslag niet voldoende was
voor de gezinnen met het minste inkomen. Daarom
wordt in art. 3 eene kleine wijziging voorgesteld en
wel om onder a, voor ongehuwden, bij te voegen met
een minimum van f 75.onder b, voor gehuwden
met een minimum van f 100.en onder c, voor ge
huwden met kinderen, met een minimum van f 100.
benevens 1% voor ieder kind beneden 16 jaar met een
minimum van f 15.per kind.
Naar aanleiding van de voorgestelde amendementen
zij het volgende opgemerkt.
Met het voorstel van den heer van H u 11 e n kuiv
nen burgemeester en wethouders niet medegaan, om
dat zij van oordeel zijn, dat de bijslag moet worden
gegeven over de geheele lijn en niet beperkt moet blij
ven tot een inkomen van f 3000.Er zullen zich dan
weer grensgevallen voordoen, die tot onbillijkheden
zullen aanleiding geven.
Ook het voorstel van den heer Hornix onder
vindt bij burgemeester en wethouders bezwaar. Deze
wil ook de tijdelijke ambtenaren van het levensmidde-
lenbedrijf in het voorstel betrekken. Burgemeester en
wethouders achten dit niet gewenscht en zouden lie
ver, als dit mocht noodig blijken, hun tractement ver-
hoogen. Hunne betrekking is van tijdelijken aard en
daarop dient het salaris te zijn gebaseerd.
Evenmin kunnen burgemeester en wethouders mede
gaan met het kardinale punt, wat betreft het percen-