27 AUGUSTUS 1917. 395 De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend. De heer KANTERS zou dan willen spreken van onder financieel beheer brengen van het levens- middelenbedrijf. De heer VAN HULTEN zegt, dat hij reeds vroeger erop gewezen heeft, dat de levensmiddelencommissie op de hoogte moest zijn van het b.randstoffenbedrijf. Dat conflicten niet zullen uitblijven, toont spreker aan door het feit, dat een handelaar eene aanbieding deed van turven voor f 21.per 1000, terwijl de brandstoffen- commissie ze verkoopt voor f28.per 10ÖÜ. De levens- middelencommissie zou met dien prijs geen genoegen nemen en dan zou men al direct tot conflicten komen. De VOORZITTER zegt, dat eenvoudig de prijs moet betaald worden, die door den Haag wordt opgegeven. De heer BROOS acht eene dergelijke offerte van niet de minste waarde, omdat zij toch niet uitgevoerd zou kunnen worden. De bewuste handelaar is niet in staat tot levering buiten de distributie om. De heer FEBER verklaart tegen het voorstel te zul len stemmen. De heer VAN IERSEL zal voorstemmen op de uit drukkelijke verzekering, dat de brandstoffencommissie er mede accoord gaat. De VOORZITTER zegt, dat dit punt uitdrukkelijk in de brandstoffencommissie besproken is en dat zij er hare goedkeuring aan gehecht heeft. Om misverstand te voorkomen, bestaat er echter geen bezwaar het voor stel tot eene volgende vergadering aan te houden. Dienovereenkomstig wordt alsnu besloten. 11. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij, in verband met de vereeniging van de eerste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 395