/mZ /Va 398 27 AUGUSTUS 1917. zou spreker het systeem gevolgd willen zien, dat alge meen bij de werkgevers geldt, n.l. voor gewone over uren 25 voor nachturen 50 en voor den Zondag 10 boven het normale loon. De VOORZITTER heeft tot zijn genoegen gezien, dat de raad het er algemeen mede eens is, dat deze buiten gewone diensten moeten betaald worden. Het betreft hier geen gratificatiën, maar eene belooning voor diensten, die verricht moeten worden in den vrijen tijd, waarop in normale gevallen een agent van politie aanspraak zou hebben. De meening van den heer C e r u 11 i, die van gratificatiën spreekt, gaat dus niet op. Spreker is het er volkomen mede eens, dat overuren uit den booze zijn, vooral bij het politiekorps hier ter stede, waar de dienst toch reeds zwaar is. De heer van. B a v e 1 zou wenschen, dat er zoo weinig mogelijk vacatures en zoo min mogelijk ziekte gevallen onder het personeel voorkwamen. Spreker kan dat niet verhelpen. De veelvuldige vacatures zijn niet uitsluitend het gevolg van de lage bezoldiging, maar spruiten veelal voort uit de zware diensten en het ver langen naar grootere vrijheid. Daarom trachten vele agenten als veldwachter in kleinere gemeenten eene plaats te vinden. Van onbillijke verdeeling kan geen sprake zijn. De dienstroosters wijzen uit, op welke uren de agenten in dienst geweest zijn. Nu geldt het voorstel alleen, om die uren te vergoeden, welke buiten de gewone dienst uren vallen. In de vergadering van burgemeester en wethouders zal overwogen worden, in hoever aan het verlangen van den heer van Bavel kan worden voldaan, om rekening te houden met de buitengewone diensturen overdag, bij nacht en op Zondag. Wat betreft het toekennen van gratificatiën aan per soneel der gasfabriek, wijst spreker erop, dat deze niet betrekking hadden op werkzaamheden ten behoeve der gasfabriek, doch verband hielden niet de brandstoffen- voorziening. Er zijn toen inlichtingen ingewonnen ten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 398