27 AUGUSTUS 1917.
399
aanzien van de bewezen diensten en naar dien maatstaf
zijn vergoedingen toegekend. Het is spreker niet bekend,
dat hierbij onbillijkheden hebben plaats gehad, doch,
zoo dit het geval mocht zfijn, hoopt hij hiermede in
kennis te worden gesteld.
De heer BOGMANS dringt erop aan, om den arbeids
duur te bepalen op 10 uren per dag en de meerdere
diensturen te vergoeden.
De VOORZITTER zal dit punt bij burgemeester en
wethouders ter sprake brengen.
De heer BOGMANS wijst er nog op, dat een 12-
urigen arbeidsdag bijna nergens bestaat en hoopt, dat
buirgemeester en wethouders hiermede rekening zullen
willen houden.
De heer CRAMERU8 betoogt, dat het bericht in d»
Bredasche courant, als zou aan een ambtenaar van het
levensmiddelenbedrijf eene gratificatie zijn toegekend, be
zijden de waarheid is. De heer Courtain is indertijd
aangesteld op een salaris van f 100.per maand. Toen
spreker met de leiding van dat bedrijf werd belast,
bleek, dat deze ambtenaar nog geen salaris1 had genoten.
Op 30 April werd hem f 340.uitbetaald wegens ach
terstallig salaris. Er is hier dus geen kwestie van be
voorrechting of van gratificatie. Als de Bredasche
courant, die meer dergelijke onware berichten heeft,
beweert, dat zij die berichten uit eene betrouwbare bron
ontvangt, noemt spreker die bron bepaald vergiftigd.
De heer VAN HULTEN vraagt, waarom in het voor
stel geen cijfers worden genoemd. Spreker vermoedt,
dat er toch wel een voorstel van den commissaris van
politie zal zijn.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat de com
missaris van politie een bedrag van f 3.— per dag
heeft voorgesteld. Burgemeester en wethouders achten