20 JANUARI 1917.
s groot
ip een
tig uit.
gewei -
in het
Regee-
tijden.
,.de buitengemeenten wordt ondervonden, verdient allen
„lof en is Breda reeds meer dan eens ten goede ge-
komen. Tot mijn leedwezen kan ik U nog geen cijfers
„noemen, waaruit IJ de financieels resultaten van lipt
„bedrijf voor de gemeente duidelijk zoude kunnen
„worden, aangezien de deskundige, die er mede belast
„is, nog niet met zijn werk gereed is. De inrichting
„van het bedrijf mag mij de veronderstelling doen
„uitspreken, dat het zal zijn opgewassen tegen de
„zware taak, die 't is opgelegd.
„De beide oomniissiën, die burgemeester en wethou
ders in hun beheer terzijde staan, hebben reeds zeer
„verdienstelijk werk verricht en wij hopen ook in de
„toekomst op hare medewerking te mogen rekenen.
„Moge daarnaast ook van de zijde der handelaren en
„van het publiek de noodige medewerking worden on
dervonden, zonder welke eene behoorlijke uitvoering
„niet mogelijk is.
„Mijne Heeren, ik heb bij die levensmiddelenvoor-
„zienfng wat uitvoerig stilgestaan, omdat het eene voor
„de gemeente zoo belangrijke taak betreft, die ons
„bestuur met de meeste zorg tracht te behartigen.
„Naast Uwe besluiten tot instelling van een levens-
„middelenbedrijf en dat tot samenwerking met de ge-
meenten Gilineken, Princenhage en Beteringen, meen
„ik er nog eenige te moeten noemen, die voor de ge-
„meente van groot belang zijn, en wel:
„lo. het besluit tot
„Burgerschool aan het Rijk
„financieel gebaat zal zijn.
„2o. dat tot vereeniging van de twee scholen voor
„M. U. L. O. in eene nieuwe school, waardoor het
„onderwijs zeer gebaat zal zijn:
,,3o. dat tot het aanleggen van een nieuwen ver
keersweg evenwijdig met de Ginnekenstraat, waardoor
„het verkeer in deze stad zeer gebaat zal zijn;
overdracht van de Hoogere
waardoor de gemeente
