27 AUGUSTUS 1917. 405 f 200-0.a f 3000.volgens sprekers voorstel iets meer zullen ontvangen, dan volgens het voorstel van burge meester en wethouders. Doch, waar de voorzitter zelf erkent, dat als maaisaf mag worden aangenomen, dat alles 25 duurder is gewerden, daar is het een moreele plicht, dat de gemeente daarin naar billijkheid tegemoet komt. De ambtenaarsgezinnen zijn door de tegenwoordige tijdsomstandigheden zwaar getroffen en nu mag de gemeente er niet van terugschrikken, om door eene betrekkelijk geringe meerdere uitgaaf die ge zinnen zoo goed mogelijk te helpen. De heer BOGAARDT zegt, dat de voorzitter hem de verdediging van zijn amendement bijzonder ge makkelijk heeft gemaakt. Dezelfde disederata, die aan het voorstel van burgemeester en wethouders ten grondslag liggen, zijn ook in hel amendement van spreker belichaamd, n.l. dat de bijslag wordt gegeven over de geheele lijn. dat de neveninkomsten buiten be schouwing worden gelaten en dat de bijslag dient om te voorzien in een noodtoestand. Dit alles is doo|r spreker reeds een vorige maal naar voren gebracht. Het amendement van spreker past dus volkomen in het kader van het voorstel van burgemeester en wet houders. Waarin bestaat dan feitelijk het verschil Misschien bedoelen burgemeester en wethouders de progressie in het percentage, doch door het aannemen van een mi nimum-bedrag als bijslag plaatsen zij zich geheel op sprekers standpunt. Voor een inkomen van bijslag dezelfde. Alleen f 800.- als het tot f 1500.is de inkomen meer dan de bijslag volgens het voor- f 1500.bedraagt, wordt stel van burgemeester en wethou|lers 7% zoodat iemand met een inkomen van f5000.f350.zou ontvangén. Burgemeester en we.houders beschouwen, evenals spreker, het verleenen van bijslag als een middel om te voorzien in een noodtoestand. Maar dan hadden zij dat standpunt moeten blijven innemen. Bij de beter

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 405