27 AUGUSTUS 1917. 415 „Vermits-de ingezetenen erop moeten kunnen rekenen ,dat de distributie van brandstoffen zonder eenige be- voorrechting plaats vindt, veroorloof ik mij tot U de navolgende vragen te richten „,lo. Zijn alle cokes, bestemd voor de distributie en ,,in het voorjaar 1917 uit een schip opgeslagen in het „pand no. 26—28 aan de Willemstraat, thans bewoond ,door den wethouder Broos, daaruit verwijderd en „ter beschikking van de brandstoffencommissie gesteld?) ,,2o. Welk lid van het college van Burgemeester en „wethouders was op het tijdstip, dat die cokjes in voren bedoeld pand zijn gebracht, speciaal belast met de ..distributie van brandstoffen ,,3o. Was er in de dagen, waarin die cokes in het „pand Willemstraat 26—28 zijn opgeslagen, gebrek „aan brandstof bij de ingezetenen ,,4o. Was er in het pand Willemstraat 2628 ten „dage, dat de cokes daarin werden gebracht, eene in lichting voor centrale verwarming aanwezig „Heeft inderdaad eenige onregelmatigheid of bevoor rechting plaats gevonden, dan vertrouw ik, dat vo renstaande vragen er toe zullen bijdragen om zulks „in den vervolge te voorkomen. „Beleefd verzoek ik Uw college deze vragen voor- „zien van Uwe antwoorden, voor de eerstvolgende ver- „gadering van den gemeenteraad ter visie te willen „leggen van de leden van den Raad, terwijl ik mij „voorbehoud deze aangelegenheid in de eerstvolgende „openbare zitting van den Raad, zoo noodig, nader „te bespreken." Het antwoord van burgemeester en wethouders hier op luidt „In de maand Maart van dit jaar ontving de burge- „meester, aan wien in dien tijd alle brandstoffen ge adresseerd waren, door tusschenkomst van de Rijks- kolendistributie een schip met gietcokes ter distributie. „Door den wethouder, den lieer Broos, die zich op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 415