418 27 AUGUSTUS 1917. „stort in de panden Sophiastraat 26 en 30. Op 11 Oc- „tober 1915 hebben burgemeester en wethouders aan „den heer L ij d s m a n medegedeeld, dat hij, alvorens „de gevraagde vergunning verleend kon worden, ook „voor het pand Sophiastraat 32 eene dergelijke ver dunning moest vragen. „Op 15 November 1915 hebben burgemeester en wet- houders tot den heer L ij d s m a n eene aanschrijving „gericht, waarbij werd aangedrongen op spoedige in diening der laatstgenoemde vergunningsaanvrage. Aan „deze aanschrijving is niet voldaan. „Naar aanleiding van een adres van den heer W. „van Veen, houdende klachten om. over overtre ding der bouwverordening door den heer L iji d s m a n, „is een onderzoek ingesteld, dat heeft uitgewezen, dat „de be'erputten in de panden Sophiastraat 26 en 3)2 geen „verbinding met het gemeenteriool meer hebben, wat „evenwel bij pand 30 wel het geval is. „Wegens deze laatste overtreding is proces verbaal „opgemaakt. Het is ons niet bekend of eene vervolging „is of zal worden ingesteld. „De reden waarom ons college niet eerder tegen den „heer L iji d s m a n is opgetreden, is' gelegen in het „feit, dat wij goede gronden meenden te mogen iiebben „om aan te nemen dat door den heer L ij d s m a n na ..de hiervoor genoemde aanschrijving' zoodanige veran- dering in den toestand was aangebracht, dat er van „handelen in strijd met de verordening geen sprake „meer was en hij geen vergunning van burgemeester „en wethouders meer noodig had. „Wij meenden hiertoe te meer gerechtigd te zijn, „omdat het hier panden betrof, die een lid van ons „college in eigendom toebehoorden. „Wij meenen geen vrijheid te hebben de stukken, „die op deze zaak betrekking hebben aan den Raad „over te leggen, omdat wij dan zouden moeten over leggen brieven van heeren Gedeputeerde Staten, die „uitsluitend voor ons bestemd zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 418