27 AUGUSTUS 1917. tegen de levering aan spreker volstrekt geen bezwaar zijn voor eene installatie, die binnen enkele dagen in werking zou komen. Voor de overige afnemers, ook allen met centrale verwarming, was eveneens te voorzien, dat zij aan het hun toebedeeld kwantum op einde Maart voor dien winter te veel zouden hebben en dat zij eveneens het grootste gedeelte tot den volgenden winter zouden moe ten opslaan. Later is door spreker na een telephonisch gesprek in overleg met de brandstof fencommissie van zvjn op geslagen kwantum van 5843 K G. 5000 K G. aan an dere instellingen afgestaan, zoodat alleen in zooverre onregelmatigheid en bevoorrechting heeft plaats gehad, dat spreker in totaal slechts 843 K.G. gietcokes heeft ontvangenwaartegenover de genoemde instellingen en firma's zoovele duizende kilogrammen meer, alles even eens voor centrale verwarming. Spreker is dus niet bevoorrecht, doch zelfs achter gesteld bij andere houders van centrale verwarmingen en meent absoluut niets laakbaars te hebben verricht. De VOORZITTER wijst erop, dat de beschikbaar stelling van de cokes door den heer Broos niet is geschied naar aanleiding van een telephonisch gesprek, maar op grond van een brief van de brandstoffencom- missie, hetgeen de heer Broos toegeeft. De heer FEBER verwondert er zich over, dat de mededeelingen van den heer Broos niet geheel over eenstemmen met de antwoorden van burgemeester en wethouders en vraagt of burgemeester en wethouders daarmede accoord gaan en die geheel voor hunne re kening nemen. De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet houders niet konden controleeren, wat aan anderen aangeboden is. De heer FEBER wijst erop, dat uit het antwoord

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 421