422
27 AUGUSTUS 1917..
van burgemeester en wethouders blijkt, dat er kolen-
nood was, terwijl de heer Broos zegt, dat het niet
zoo erg was. Spreker vindt het niet goed, dat 843 K.G.
cokes worden gebruikt om eene centrale verwarming
te beproeven, terwijl er algemeen gebrek aan brand
stoffen was. Die cokes hadden, als zij geklopt waren,
heel goed voor huisbrand kunnen dienen.
De heer BROOS zegt, dat de hierbedoelde gietcokes
uitsluitend bestemd waren voor klein-industrie.
De VOORZITTER wijst er nog op, dat de in beslag'
genomen cokes niet gegeven zijn aan particulieren maar
aan gestichten.
De heer BROOS verklaart dit nader en zegt, dat de
lading cokes uitsluitend bestemd was voor klein-in-
dustrie, waartoe ook de centrale verwarmingen behoo-
ren. Ze ziijn in beslag genomen om andere houders van
centrale verwarmingen uit den nood te helpen. Al had
spreker zijn geheele huis vol gehad met die cokes, dan
zouden zij nog niet voor huisbrand aangewend hebben
mogen worden.
De heer LIJDSMAN wenscht thans als tweede be
schuldigde een enkel woo.rd in het midden te brengen,
echter niet om zich te verontschuldigen.
Het eerste feit heeft betrekking op eene kleine ver
bouwing in de Dieststraat. Met de werkzaamheden was
reeds begonnen, voordat de aanvrage wias ingediend.
Het komt bovendien herhaaldelijk voor, dat aanvragen
om bouwvergunningen of ontheffingen worden gedaan,
nadat de bouw reeds voltrokken is. Spreker wil hier
mede echter zijne handelwijze niet goed praten, doch
enkel verklaren.
Wat het tweede feit betreft, erkent spreker, dat er
clandestiene overstorten waren. Nadat spreker eene
vergunning had aangevraagd tot het maken van over
storten voor de panden Sophiastraat nos. 26 en 30,
ontving hij van burgemeester en wethouders bericht,