426 27 AUGUSTUS 1917.
jaar geleden, een adres van den R K. Gildenbond over
deze aangelegenheid bij burgemeester en wethouders is
ingekomen.
De VOORZITTER zegt, dat dit adres niet precies
hetzelfde onderwerp betreft, doch dat hij het bij burge
meester en wethouders zal ter sprake brengen.
4. De heer BOGMANS vraagt, of er wel voldoende
controle is op de overschietende broodkaarten.
De heer CRAMERUS antwoordt hierop, dat deze
behoorlijk achter slot en grendel worden gezet. Er is
wel eens geduisterd, dat er oversell!etende bons zouden
worden verkocht, doch er bestaat geen enkele reden om
aan te nemen, dat zulks geschieden zou. Alle maatre
gelen zijn genomen, om onregelmatigheid te voorkomen.
De heer BOGMANS heeft daaromtrent ook wel ists
vernomen en meent gegronde redenen te hebben om te
twijfelen, dat de overschietende broodkaarten wel op
hunne plaats blijven. Daarom wil spreker in overwe
ging geven, hierop goed toezicht te laten houden.
De heer CRAMERUS zegt, dat er eene kast is ge
maakt, van een behoorlijk slot voorzien, waarin de
overschietende broodkaarten worden opgeborgen.
De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering.