428 4 SEPTEMBER 1917. ring en beloften, voorgeschreven bij art. 39 der ge meentewet. De VOORZITTER wenscht, zoowel de herkozen als de nieuw gekozen leden geluk met hunne benoeming en heet hen welkom in deze vergadering. Gij aanvaardt, zegt spreker, het lidmaatschap in moeieiijke en benarde tijden, waardoor Uw taak niet gemakkelijker wordt gemaakt. Spreker vertrouwt, dat zij die taak zullen vervullen op eene wijze, die hun het vertrouwen der kiezers waardig maakt en hoopt, dat het dagelijksch bestuur de noodige medewerking moge ondervinden, wijl steeds er naar gestreefd wordt om in het algemeen belang der ingezetenen werkzaam te zijn. Spreker wenscht van deze gelegenheid gebruik te maken, om nog enkele woorden van afscheid te nichten tot degenen, die ons verlaten hebben en hun hulde en dank te brengen voor alles, wat zij in het belang der gemeente hebben verricht. Zij zijn allen korter of Ijanger tijd lid van dezen raad geweest en hebben ieder naar hunne inzichten medegewerkt tot verhooging van den bloei en het welzijn van Breda. En dan wenscht spreker nog in het bijzonder den heer Reigersman te noemen, die ongeveer 25 jaren onafgebroken lid van dezen raad is geweest. Hij was de nestor dezer vergadering en in de laatste jaren daarvan ook de eenige jurist. Spreker brengt hem dank voor alles, wat hij in die jaren in het belang der ge meente heeft verricht. De vergadering betuigt hare instemming met het ge sprokene door den voorzitter. De VOORZITTER zegt, dat de notulen van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 428