9 OCTOBER 1917.
457
bachtssehool alhier, houdende dankzegging voor den
verleenden duurte to eslag.
De VOORZITTER stelt voor, al deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
6. Adtres van Th. A. M. van A gt alhier, daarbij
eervol ontslag verzoekende uit zijne betrekking van
leeraar aan de gemeentelijke hoogere burgerschool.
De VOORZITTER stelt voor, het gevraagde ontslag
eervol te verleenen, met bepaling, dat dit ontslag zal
geacht worden te zijn ingegaan op 1 September 1917.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De VOORZITTER herinnert eraan, dat in een der
vorige vergaderingen aan den diriecteur en andere leer
aren eervol ontslag is verleend, zonder dat daarbij een
enkel woord van dank en waardeering is geuit.. Spreker
zegt, dat dit achterwege is gelaten., omdat de ov'erdracht
der hoogere burgerschool aan het Rijk toen nog niet
haar beslag had gekregen en een der leeraren zijn
ontslag-aanvrage nog niet had ingezonden. Thans, nu
de school aan het Rijk is overgedragen en alle leeraren
hun eervol ontslag bekomen hebben, acht spreker het
oogenblik giek omen, een enkel woord in het midden te
brengen. De hoogere burgerschool in deze gemeente
heeft steeds een goeden naam gehad gedurende een
halve eeuw heeft zij tal van leerlingen gevormd tot
nuttige en verdienstelijke leden in de maatschappij) en
heeft zij velen aan zich verplicht. Spreker rekent het
zich dan ook ten plicht, mede namens den raad, hier
een woord van warmen dank te brengen, speciaal aan
den heer Mondt, die meer dan 20 jaren het directeur
schap heeft bekleed en aan de overige leeraren, die
gedurende langer of korter tijd aan de school verbonden
zijn geweest, voor alles, wat zij in het belang der
Bredasche burgerij hebben verricht.