/r.
27 Januari 1917.
Tegenwoordig de heeren A. VAN BAVEL, C. L.
STULEMEIJER, A. J. M. VAN IERSEL, Th. J. V
VAN DIJK, P. VAN DEN BIGGEEAAR, A. W.
ZIJLMANS, C. J. KLUFT, J. C. CRAMERUS, J.
LIJDSMAN, C. J. A. BROOS. Jhr. mr. A. REIGERS
MAN, F. F. X. CERUTTI, N. J. H. VAN GROENEN-
DAEL, F. C. J. «VAN IIULTEN, F. A. M. J. SMITS,
C. Th. BOGMANS, H. J. H. ilORNIX en A. C. BOM.
Afwezig de heeren W. H. BOGAARDT, C. P. A.
KANTERS en W. J. H. FEBER.
Voorzitter de heer mr. E. O. J. M. BARON VAN
HÖVELL TOT WESTERFLIER, burgemeester.
Secretaris de heer H. II. JONKERGOUW.
De VOORZITTER opent de vergadering en zegt,
dat de notulen van liet verhandelde in de vergadering
van 27 November 1916, overeenkomstig het bepaalde
bij art. 8 van het reglement van orde voor den ge
meenteraad, ter inzage voor de leden hebben gelegen
en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt,
of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan ver
langt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden
heeft te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen
van voormelde vergadering goedgekeurd en
vastgesteld.
De VOORZITTER deelt mede, dat is ingekomen een
schrijven van den heer Kanters, berichtende, dat
hij verhinderd is deze vergadering bij te wonen.
Alsnu stelt de VOORZITTER aan de orde.