462 9 OCTOBER 1917. a. dat de beerputten zullen worden geplaatst ter plaatse, zooals namens burgemeester en wethouders zal worden aangewezen b. dat door adressant, tot erkenning van het eigendomsrecht der gemeente, jaarlijks vóór 1 Januari ten kantore van den gemeente-ont vanger zal worden gestort een bedrag van twee gulden, zijnde voor iederen put één gulden en c. dat bij intrekking der vergunning adres sant of zijne rechtverkrijgenden gehouden zijn op de eerste aanzegging door of vanwege het gemeentebestuur en binnen den daarbij te stellen termijn, de beerputten te verwijderen en het ter;rein in den vorigen toestand terug te brengen, zullende bij het niet in acht nemen van den termijn daarin door de gemeente op kosten van de nalatigen worden voorzien. 16. Prae-advies van burgemeester en wethouders op het adres van de weduwe H. W e n t i n g, in leven agent van politie alhier, om toekenning van een we duwen-pensioen, luidende als volgt „Om prae-advies stelde Uwe vergadering, in onze „handen het hierbij teruggaand adres van Th. C. ,,J ongenelen weduwe van H. Wentia g, in „leven agent van politie alhier, verzoekende toekenning! „van een weduwenpensioen. „Naar aanleiding van dit adres wenschen wij het „volgende onder Uwe aandacht te brengen. W enting werd bij besluit van den burgemeester „dezer gemeente met ingang van 16 Mei 1916, aan hankelijk voor een proeftijd van één jaar, zooa!|S steeds „gebruikelijk is, aangesteld tot agent van politie alhier. „Op 12 Mei 1917, dus vóórdat de proeftijd verstreken „was, kwam hij door een noodlottig toeval, waarvan „de oorzaak onopgehelderd is gebleven, tijdens de uit- oefening van zijn dienst om het leven. „Enkele dagen vóór zijn overlijden was hij door den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 462