494 9 OCTOBER 1917.
In zijne rede heeft spreker ook duidelijk laten uitko
men, dat het gemeentelang ondergeschikt is aan het
algemeen belang. Deze kwestie zal alleen wantrouwen
opwekken bij de omliggende gemeenten. Men had van
de Baronielaan eene naamlooze vennootschap kunnen
maken met de vier gemeenten als aandeelhouders. Dat
zou geen bezwaar ontmoeten. Breda had dan mede
zeggenschap en iedere gemeente bleef belast met de
verzorging van hare eigen inwoners.
Het voorbeeld van den Haag acht spreker niet juist
gekozen. Als men daar, evenals hier, wegen had, waar
woningen aan gebouwd zijn, dan zou gebleken zijn,
dat het Koninklijk besluit ten opzichte van de Baronie
laan ook daar toepassing zou hebhen gevonden. In het
casisatiebesluit ten aanzien van de electriciteitsvoorzie-
ning te s-Hertogenbosch vindt men dezelfde overwe
gingen. Spreker heeft deze zaak bepleit met eerlijke
overtuiging en is van oordeel, dat liet belang van
Breda de overname van den weg niet medebrengt.
Spreker zal stemming vragen en wellicht zal de prak
tijk uitwijzen, dat hij geen ongelijk heeft gehad.
De heer STULEMEIJER herinnert er nog aan, dat
in 1910 de toenmalige voorzitter van den raad heeft te
kennen gegeven, dat men desnoods door eene civiele
procedure de kwestie nog zou kunnen laten beslissen.
Men behoeft zich bij een Koninklijk besluit dus niet
aanstonds neer te leggen. Spreker kan zich ook niet
goed indenken, hoe eene naamlooze vennootschap aan
de zaak eene betere oplossing zou kunnen geven.
Spreker acht het van het grootste belang voor Breda,
dat de weg het eigendom der gemeente wordt.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 17
tegen 1 stemmen.
Vóór stemden de heeren Z ij 1 m a n s, Kluft,
C e r u 11 i, Bossers, Smits, G r u ij s, Bog-
m a n s, Moll, Cramerus, Lijdsman, Broos,