27 JANUARI 1917. 49 begrijpen, hue de lieer II o r n i x er toe komt, om het voorstel aan te houden. Niet zoozeer de middenstand, maar de kleine man wordt door de voorgestelde rege ling getroffen. Spreker doelt hier op de menschen, die nooit meer dan ééne pit branden. Deze worden meer belast dan de winkeliers. Maar de nood is voor het. oogenblik van dien aard, dat voorziening onmiddellijk noodzakelijk is. De heer KLUFT wijst erop, dat onlangs een toeslag is gegeven aan de mindere ambtenaren om in een noodtoestand te voorzien, doch door den gasprijs te verhoogen, gaat men daar weer iets van afnemen. De werkman kan haast niet bezuinigen, evenmin als de kleine ambtenaar. Evenzoo ontstaat er eene groote onbillijkheid voor den groot-winkelier tegenover den kleinen winkelier. De eerste wordt, omdat hij maar één pilt mag gebruiken, als 't ware genoodzaakt om te sluiten, terwijl de (tweede, omdat zijn winkel slechts eene kleine oppervlakte heeft, met één pit voldoende licht heeft. Als een werkman, die tot nu toe slechts één pitje brandt, wil bezuinigen, is hij genoodzaakt des avonds in het donker te gaan zitten. Spreker meent echter, dat door verschillende meer- gegoeden absoluut niet bezuinigd wordt en zou daarom bepaald willen zien, dat in de vestibules geen gaslicht mag branden. Verder zou spreker eene premie willen stellen op de bezuiniging. Het gas is vooral voor den kleinen man. Voor hen, die 50 bezuinigd hebben, zou spreker het gas goedkooper beschikbaar willen stellen, b.v. tegen 6 cent per M3. De heer VAN IERSEL zegt, dat in behandeling is een voorstel tot gasbeperking, hetgeen niet bereikt zou worden als op het voorstel van den heer Kluft werd ingegaan. Bovendien wordt de prijs van het gas ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 49