9 OCTOBER 1917. 501 zou spreker slechts deze vraag willen stellen, of wel iemand der raadsleden zijne stem tegen dit voorstel zou durven uitbrengen, als er op dit o ogenblik werkelijk behoefte was. Is de gemeente in het bezit eener keuken, dan is zij in den naderenden winter, die heel wat ellende kan brengen, in dit opzicht verantwoord. De heer ZI.JLMANS acht het gewenscht, om eerst samenwerking te zoeken met de omliggende gemeenteni, anders zou men de paarden achter den wagen spannen. Men dient toch vooraf te weten, hoeveel personen er ongeveer aan zullen deelnemen. Daarom moet vooraf voeling wbrden gehouden met de omliggende .gemeenten en worden afgevraagd, hoeveel zij wenschen bij te dragen in de kosten. Is het bedrijf voor Breda alleen, dan kan men na gaan, op welken basis het behoort te worden ingiertibht. De heer BOSSERS wijst erop, dat de rantsoenen voor ieder persoon zijn vastgesteld door de regeering1, zoodat deze niet vergroot kunnen worden. Met het ar gument, dat er bij de groote massa minder verloren gaat, is spreker het niet eens. Men ziet dit wel bij de soldaten. Als eenig arguiment kan dus nog worden aangevoerd gebrek aan brandstoffen. Spreker meent echter, gezien het dezer dagen verschenen communiqué,, dat de toestand niet zoo slecht is, dat er in den aan staanden winter geen kolen zullen zijn, om te koken. Als voor eene behoorlijke brandstoffenvoorzieningi wordt gezorgd, ziet spreker de noodzakelijkheid tot oprichting eener centrale keuken niet in. Overigens meent spreker, dat het voorstel niet goed op pooten staat en zou hij in overweging willen geven, om het aan te houden. De heer CRAMERUS zegt, dat het hier niet gaat om een bedrag van f 3Ö000. Slechts 1/4 daarvan zal ten laste der gemeente blijven. Overigens waarschuwt spreker tegen uitstel. De materialen zijn zeer schaarpch en worden steeds duurder, terwijl men gaarne met 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 501