502 9 OCTOBEÈ 1917.
November zou willen beginnen. Wie garandeert ons,
zegt spreker, dat we voldoende kolen zullen ontvangen.
Wie garandeert, dat de vriendschappelijke verhoudingen
met het buitenland zullen blijven voortbestaan
De heer VAN BAVEL bevreemdt het, dat dit punt
nog bestrijding ondervindt. Spreker vindt de oprichting
eener centrale keuken allernoodzakelijkst, vooral als
men let op den toestand van den vorigen winter, toen
er in vrij groote mate honger en gebrek geleden is.
De kolenvoorziening is slecht en ook de graanaanvoer
is niet beter, zoodat men de toekomst donker moet in
zien. De centrale keuken zal wellicht het eenige middel
zijn, om de volksklasse van warm voedsel te voorzien
en mislschien zal men er toe moeten overgaan, om 3
a 4 maal per dag de noodige porties te verstrekken.
De heer STULEMEIJER is het er niet mede eens,
dat de zaak niet behoorlijk is voorbereid. Na de toe
lichting van den wethouder Cramerus is de raad
voldoende ingelicht en zal spreker stemmen voor het
voorstel. Er is gewezen op de kolenschaarsehte, op
beter voedsel onder de volksklasse en op den prijs.
Vooral de prijs is van belang, als men een tijd van
werkloosheid tegemoet gaat, waar de menschen op de
meest voordeelige wijze een behoorlijk toebereid maal
kunnen bekomen. Spreker gelooft, dat alleen die men
schen er zullen heengaan, die het noodig hebben. De
groote vraag is, of iemand met een gering inkomen
voor een prijs, als voor de porties zal worden vast
gesteld, beter en goedkooper voedsel zal kunnen gereed
maken. Dit zal wel niet betwijfeld worden.
De heer LIJDSMAN had gemeend, na hetgeen hierover
in de vorige vergadering is gezegd, dat dit voorstel meer
steun zou ondervinden. Daarbij is de meest mogelijke
zuinigheid betracht. Spreker zou het betreuren al's het
voorstel niet werd aangenomen. Burgemeester en wet
houders achten zich verplicht tot de oprichting over te