19 OCTOBER 1917. 503
gaan met het oog op den nood der tijden in den ko
menden winter.
De heer B09SERS vraagt, wie er zal kunnen komen.
Zal de keuken alleen zijn voor den minderen man of niet.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat iedereen er
gebruik van zal kunnen maken. Daar is ook niets op
tegen, want het eten wordt verstrekt tegen den kos-
tenden prijs.
De lieer MOLL juicht het voorstel ten zeerste toe.
Als de heer Bossets bekend was met de nooden
van het volk, zou hij hei voorstel met beide handen
aannemen. Er zijn gezinnen met 7 a 8 kinderen en
met een inkomen van f 10.50 a f 11.deze lijden
bepaald aan onderfoeding. Zij kunnen nu voor weinig
geld goed eten bekomen, hetgeen bepaald noodig is.
De heer BOGAARDT zegt, dat het alleen zijne be
doeling was, om enkele inlichtingen te vragen en ge
looft, dat niet één lid van dezen raad, met het oog op
de komende tijden, niet doordrongen is van het nut
eener centrale keuken, liet betreft echter de uitwerjking
en daarom heeft spreker gevraagd, of subsidieering
eener particuliere keuken niet voordeeliger voor de ge
meente was. Door de geruststellende verklaringen van
den wethouder Cramerus is spreker overtuigd.
Spreker is het echter niet eens met den heer Z ij 1-
m a n s, die de buitengemeenten wil uitschakelen. Het
belang van Breda brengt mede, dat de buitengemeenten
er mede in betrokken worden. Men zal dan de grond
stoffen beter kunnen betrekken. Spreker zal dus gaarne
zijne stem aan het voorstel geven.
iDe heer SMITS is z.eer voor de totstandkoming een«r
centrale keuken en zou de zaak willen brengen onder
de commissie van bijstand voor het levensmiddelenbedrijf.