508 9 OCTOBER 1917.
zonder dat de leden van den raad het hebben kunnen
bestudeeren en ervan kennis nemen. Doch er bestaat
voor spreker nog een ander bezwaar.
Er is n.l. door de commissie voor de salarisher
ziening ingediend een voorstel, bevattende eene nieuwe
loonregeling. Dit voorstel is ingediend in April en nu
meent spreker, dat burgemeester en wethouders ruim
schoots gelegenheid hebben gehad om de zaak te be
studeeren en in den raad te brengen. Dit is voor spreker
tevens een bezwaar tegen het voorstel van burgemeester
en wethouders.
Spreker is het eens met den heer G r u ij s, dat de
bestaande loonregeling te laag is, doch daarom moet
de raad nu geen duurtetoeslag gaan aannemen. Zoo'n
dnuirtetoeslag kan niet goed zijn, omdat hij gebaseerd
is op de te lage loonregeling. Hoemeer toelagen de
raad voteert, hoe langer het duurt voordat burgemeester
en wethouders met de nieuwe loonregeling voo,r den
dag zullen komen.
Spreker is derhalve thans tegen iedere nieuwe toe
slagregeling, wil hij meent, dat binnen zeer korten tijjd
de nieuwe loonregeling in behandeling dient te komen.
Eerst daarna zal kunnen beoordeeld worden, of opnieuw
duurtetoeslag of kindertoeslag zal behooren te worden
gegeven en gebaseerd op de nieuwe loonregeling}. Anders
zal het besluit weer gewijzigd dienen ,e worden in verband
met den nieuwen toestand. Spreker zou daarom aan
burgemeester en wethouders de vraag willen stellen,
of zij de toezegging kunnen doen in de eerstvolgende
vergadering de nieuwe loonregeling aan de orde te
stellen en in verband daarmede een duurtebijslag zoo
noodig met terugwerkende kracht.
De heer GRUI.JS begrijpt het formeel bezwaar van
den heer S t u 1 e m e ij e ,r ten aanzien van zijn voor
stel, wat eigenlijk geen voorstel is en dat hij daarom
wil beschouwen als een amendement op het voorstel
van burgemeester en wethouders.
Dat, tengevolge van dit voorstel, het langer zal duren,