9 OCTOBER 1917. 509 voordat de nieuwe loonregeling ter tafel komt, gelooft spreker niet. Spreker meent te weten, dat de voorbe reiding daarvan reeds ver gevorderd is en de regeling zeer vlug zal kunnen worden afgewerkt. Als de raad met den heer Stulemeijer medegaat, voorziet spreker, dat de betrokken personen er onder zullen lijden en nog meer schulden zullen moeten maken. Door aanneming van sprekers voorstel ziin zij ten minste op dit oogienblik uit den grootsten nood geholpen. De heer MOLL kan in eerste instantie wel medegaan met den heer G r u ij s, dat er voor de werklieden iets gedaan moet wrorden. Spreker heeft het rapport der salariscommissie nagegaan en daarin gezien, dat er werklieden zijn met 8 kinderen, die een weekloon ge nieten van f 10.5C-. Het is sprekers vaste overtuiging, dat daar gebrek geleden moet worden. Met den heer Stulemeijer is spreker het eens. dat men geen lapmiddeltjes moet aanvaarden en dat het rapport van de salariscommissie zoo spoedig mogelijk aan de o;rde moet worden gesteld. Met de lieeren van Bavel en Bogmans stelt spreker de volgende motie voor De Raad van oordeel eenerzijds, dat de tegenwoordige loonregeling der werklieden en politiebeambten in dienst der Gemeente Breda, te laag is, evenals den op deze loonregeling gebaseerden thans geldenden duur ie-toeslag, anderzijds, dat de vaststelling van een kindertoeslag, zooals nu door Burgemeester en Wethouders wordt voorgesteld, niet afzonderlijk dient te worden geregeld, doch hetzij aan de nieuwe loonregeling, hetzij aan een nieuwe toeslagregeling, dient te worden toegevoegd, besluit a. Burgemeester en Wethouders uit te noodigen, het voorstel onder punt 33 van de agenda aan de orde gebracht, terug te nemen b. In de eerstvolgende Raadsvergadering aan de orde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 509