50 27 JANUARI 1017.
leverd over den muntmeter, niet verhoogd, terwijl het
minimum-verbruik niet verlaagd wordt.
De VOORZITTER zegt, dat het doel van het voor
stel is, om, wegens het gebrek aan kolen, met den
aanwezigen voorraad zoolang mogelijk uit te komen.
Er is nog slechts een voorraad voor hoogstens zes
weken. De aanvoer is zeer gering en de vrees bestaat,
dat die nogi geringer zal worden. Er moet dus naar
gestreefd worden, om met den bestaand en voorraad
nog langer dan 6 weken uit te komen en daartoe moet
iedereen, zooveel hij kan, medewerken.
Burgemeester en wethouders hebben zich op de eerste
plaats afgevraagd, tot welk percentage men zou moeten
gaan en op de tweede plaats, of de middenstand nog
zwaarder moest gedrukt worden. Men is toen tot de
conclusie gekomen, dat het beste was één percentage
te stellen over de heele lijn. De winkelier werd reeds
door andere maatregelen getroffen naar aanleiding van
het voorstel-E eber in eene vorige vergadering. Men
moet dus niet zeggen, dat de middenstand door dit
voorstel zwaarder getroffen wordt. Door gelijkstelling
in het percentage van verbruik zijn de wlinkeliers zelfs
in eene betere conditie geraakt.
De bezuiniging heeft niet voldoende gewerkt.
Door het percentage op 70 te stellen en voor het
meerdere verbruik den gasprijs op het dubbele te be
palen, kon men tot een verbruik van 85 gaan zonder
dat de gasrekening in verhouding tot het vorig jaar.
hooger werd.
Daarom moest het percentage worden verlaagd en
een progressief stelsel worden ingevoerd. Reeds bijl een
verbruik van 70' moet men voelen, dat men meer
betalen moet en wie daarboven gaat, moet nog veel
meer betalen. Eerst dan verwachten burgemeester en
wethouders van de beperking eenig heil.
Met het voorstel-H o r n i x kunnen burgemeester en