9 OCTOBER 1917.
513
De heer BOGMANS sluit zich aan bij het voorstel
van den heer G r u ij s, nu de raad niet de belofte heeft
kunnen krijgen, dat de loonregeling spoedig in behan
deling komit.
De heer KLUFT wijst erop, dat bij het voorstel tot
toekenning van duurtetoeslag aan ambtenaren ook is
gezegd, dat de salarisregelingen niet in orde waren.
Als echter iemand onder den diruk der tijden te lijden
heeft, dan zijn het wel de werklieden en de politie
agenten. Het werk der polide, die in het holst van den
nacht en in de diepste duisternis hunne taak moeten
volvoeren, is dubbel zwaar. Spreker steunt dus ook het
voorstel van den heer G r u ij s.
De heer MOLL had werkelijk gedacht, dat de nieuwe
loonregeling niet lang meer op zich zou hebben laten
wachten. Nu dit niet het geval schijnt te zijn, steunt
spreker het voorstel van den heer Gru ij s en trekt
hij zijne motie in.
De VOORZITTER meent, dat men toch eerst zal
moeten nagaan, wat het voorstel kost.
De heer KLUFT meent, dat niet de vraag mag gel
den, wat het voorstel kost, maar wat billijk is.
De VOORZITTER is het hiermede eens, maar bur
gemeester en wethouders moeten ook re ceningi houden
met de financiën der gemeente. Wat betreft de opmer
king omtrent het niet indienen van een voorstel tot
herziening der loonen. wijst spreker erop, dat burge
meester en wethouders den meesten spoed zullen be
trachten. Het ligt in de bedoeling de heele salarisher
ziening nog dit jaar af te werken. Wijl er reeds bijslag
gegeven wordt en de heer G r u ij s aan het voorstel
terugwerkende kracht wil toekennen, zal het heel wat
werkzaamheden medebrengen, om eene juiste berekening
te maken.