b. de tijdelijke werklieden enz. na 31 Juli 1914 in dienst der gemeente gekomen zonder uitzicht op eene vaste aanstelling, tenzij zij een vast werkman enz. vervangen. d. zij, wier dienstbetrekking' tusschen 30 April 1917 en de dagteekening van dit beslu-t is geëindigd. 514 9 OCTOBER 1917. Het voorstel van den heer GRUIJS wordt alsnu in stemming gebracht en aangenomen met 16 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de heeren Z ij 1 in a n s, Kluft, C e- r u 11 i, Bossers, S, m its, Gru ij s, Bogmana, Moll, Bom, F eb er, Bogaard t, van Bavel, S t u 1 e in e ij e r, van D ij k, Hornix en v a n I e r s e 1. Tegen waren de heeren Cramer u s, L ij d s m a n en Broos. Het hierbedoetd voorstel is van den volgenden inhoud: Van 1 Mei 1917 af wordt aan de gemeente-werklieden, agenten van politie en daarmee gelijkgestelde beambten, die hunne hoofdbezigheid vinden in het vervullen der gemeentelijke betrekking, waarvan de daaraan verbon den bezoldiging is geregeld in den vorm van loon- of jaarwedde, een bijslag toegekend naar de volgende regelen 1. Burgemeester en Wethouders kunnen beslissen, dat twee of meer gemeentelijke betrekkingen te samen uitmaken de hoofdbezigheid voor een werkman, agent van politie of beambte. Ue neven- of bijbetrekkingen blijven buiten aanmerking. 2. Voor den bijslag komen niet in aanmerking a. de gemobiliseerde werklieden enz. c. de werklieden enz., wier inkomsten hetzij uit wedde, hetzij uit wedde en vermogen te samen meer bedtragen dan f 5000.^er jaar. 3. De bijslag bedraagt voor a. ongehuwden en weduwnaars (weduwen) zonder kinderen f 100.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 514