b. gehuwden zonde,r kinderen en kostwinners f 150. 9 OCTOBER 1917. 515 c. gehuwden en weduwnaars (weduwen) met kin deren f 150.— benevens f 20 voor ieder kind be neden 15 jaar. Met kinderen worden gelijk gesteld inwonende bloed of aanverwanten, die geheel ten laste van den werk man of beambte zijn. De duur te-bijslag welke uit 's Rijks kas wordt ge noten komt in mindering van dien toe te kennen uit de gemeentekas. Het inkomen vermeerderd met bijslag mag nimmer het bedrag van f 5000.te boven gaan Voor zoover deze bijslag minder bedraagt dan die welke bij eene vorige regeling is toegekend, wordt de laatste gehandhaafd. 4. Voor hen, die op 1 Mei in dienst waren, wordt de bijhlag berekend naar den op dien datum bestaanden toestand. Voor hen, die na dien datum in dienst zijn gekomen of komen, geschiedt de berekening naar den toestand op den dag van indiensttreding. Ingeval de regeling van kracht blijft, wordt de be rekening herzien naar den toestand op 1 Januari. 5. Indien, bij gehuwden beide behooren tot de werk lieden enz. bedoeld in deze regeling, worden voor de toepassing daarvan hunne gezamenlijke inkomsten als één geheel beschouwd. 6. Aan. hen, die slechts gedurende een deel van het jaar eene betrekking beklesden. die op een bijslag aanspraak geeft, worden zooveel twaalfde gedeelten van den bijslag' toegekend als het aantal maanden van hun dienst in die betrekking bedraagt. Bij deze berekening wordt een tijdvak van. 15 da «en of meer als een volle maand aangemerkt en een tijd vak van minder dan 15 dagen verwaarloosd. Bedraagt de duur van het tijdvak, waarover de dienst als in het eerste lid bedoeld zich uitstrekt, min der dan S0 dagen, dan wordt geen bijslag verleend. Bij de berekening van dien duur blijft het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 515