52 27 JANUARI 1917.
derhalve in overweging geven een bepaald sluitingsuur
vast te stellen.
De VOORZITTER zegt, dat de kwestie omtrent de
gedwongen winkelsluiting bij burgemeester en wethou
ders in ernstig onderzoek is en dat de stukken thans
in handen zijn van de commissie voor de strafveror
deningen. Dit punt is echter thans niet aan de orde.
Het uitgangspunt van het aanhangige voorstel is de
gasbeperking. Wat de winkelsluiting betreft, daarvan
zal de raad binnenkort wel meer hooren.
De heer VAN IIULTEN wijst erop, dat de heer
van den Big gelaar niet zoozeer bedoelt het
behandelen van de formeele winkelsluiting, maar wel
om uit de verordening de bepaling te lichten, dat na
de vastgestelde uren in de winkels nog ééne pit mag
blijven branden.
De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet
houders thans niet met eenzelfde voorstel willen komen,
omdat die bepaling in de vorige vergadering op ver
langen van den raad uit de verordening is gelicht.
De heer VAN DEN BIG GELAAR betoogt, dat een
van de grootste bezwaren is, dat de groote winkels in
onbillijke verhouding komen te staan tegenover de kleine.
Deze kunnen met één pit toe, doch de groote winkels niet..
De heer KLUFT zegt, dat hij enkel gesproken heeft
om de verlichting van vestibules te verbieden. Dat is
wel te contröleeren.
De heer HORNIX wijst erop, dat h;ij eene geheel
andere beteekenis heeft gehecht aan het woord midden
stand. Spreker begrijpt daaronder niet alleen de win
keliers en neringdoenden, maar ook particulieren, zoo
als ambtenaren en personen uit den burgerstand. De
zulken kunnen niet meer bezuinigen. Het eenige re-