544 20 OCTOBER 1917. te verschaffen beneden den kostprijs, dan had ook daarvoor een crediet moeten worden gevraagd. Er is nu me: geen bal naar te gooien. De heer ZIJLMANS is het eens met den heer van I e r s e 1 en wenscht ook een gedetailleerd overzicht van de kosten. Spreker acht het raadzamer, dat de raad beter op de hoogte werd gesteld en had daarom liever een meer uitgewerkt voorstel. De heer VAN IERSEL meent, dat het op den weg van den raad ligt, wijl de zaak presseert, om het ge vraagde crediet voor de oprichting toe te staan en te bepalen, dat de porties tegen den vollen kostprijs wor den beschikbaar gesteld. Blijkt het later noodig te ziijn, om de prijzen te verminderen, dan kuinnen burgemeester en wethouders nog een crediet aanvragen. De heer CRAMERUS zegt, dat het voor de hand ligt, dat de porties tegen den kostprijs worden verstrekt, maar het zou kunnen gebeuren, dat de exjploiteJiüekosten zoodanig stijgen, dat de prijs per portie te hoog werd en dientengevolge van de inrichting zeer weinig gebruik zou worden gemaakt. Het is onmogelijk vooruit te bepalen, wat de resul taten zullen zijn. Het is mogelijk, dat wekelijks voor f 500 voedsel zal worden verstrekt, maar het kan ook veel minder zijn. Het baat dus niets, dat men eene raming geeft, als men niet ongeveer weet, hoeveel porties er geregeld worden verstrekt. Het nadeelig saldo zal de gemeente moeten betalen en de buitenge meenten zullen daarin moeten bijdragen. De heer STULEMEIJER meent uit de mededeeling van den heer Cramerus te moeten opmaken, dat het de bedoeling is, thans alleen een crediet toe te staan voor de oprichtingskosten, terwijl het voedsel voor den kostenden prijs wordt verstrekt. Onder kos- tenden prijs worden verstaan de prijzen der grondstoffen plus de exploitatiekosten. Mocht blijken, dat dit niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 544