hij het billijk acht en daarom wenscht hij voor de in
dustrie andere bepalingen te zien vastgesteld.
De lieer VAN HULTEN meent, dat de lieer O ie r u 11 i
weinig genoegen van zijn raadslidmaatschap zal bele
ven, als hij zich aan dergelijke uitdrukkingen stoort.
Spreker neemt hiervan geen woord terug, doch wil
alleen in het midden brengen, dat hij noch den heer
C e r u 11 i, noch iemand anders heeft aangeduid of
bedoeld.
De VOORZITTER vindt het voorstel van den heer
v a n H u 1 te 11 ontzettend draconisch voor sociëteiten
en verlofslocaliteiten, die het in hoofdzaak van de
avonduren moeten hebben.
De heer ZIJLMANS zegt, dat in de gascommissie
wel degelijk is ter sprake gebracht, hetgeen de heer
v a H u 1 t e 11 thans voorstelt, doch men achtte die
bepaling zoo onbillijk, dat men geen vrijheid kon vin
den een dergelijke bepaling in het voorstel op te nemen.
Wat de industrie betreft, meent spreker, dat deze
geen reden tot klagen heeft. De industriëelen hebben
reeds lang geprofiteerd van den goedkoopen gasprijs.
Nu is het niet onmogelijk, dat er enkelen door den
voorgestelden maatregel zullen getroffen worden, hetgeen
te bejammeren is. Maar er moet bezuinigd worden en
daarom had de maatregel al vroeger genomen moeten
worden. Beter is het, dat thans iedereen bezuinigt, dan
dat die bezuiniging beperkt blijft tot bepaalde catego
rieën. De kolenvoorraad vermindert onrustbarend en
er is geen aanvoer. De industriëelen, die geen gas
gébruiken, hebben reeds lang voor kracht veel meer
moeten betalen. De opzet is om zuinig te zijn. Spreker
meent, als indusiriëeel, daarop bijzonder te moeten
wijzen en hoopt, dat de raad niet gauiw een of ander
amendement in het voorstel zal inschuiven.
De heer BROOS zou liet voorstel van de heeretn