b. dat op de geheele open ruimte, op de teekening aangegeven, niets meer worde ge bouwd of opgericht d. dat, ter voldoening aan art. 5 der wo ningwet eene teekening, ingericht volgens art. 99 der bouwverordening, aan burgemeester en welthouders ter goedkeuring worde aangeboden; 560 3 NOVEMBER 1917. advies is gezonden. Spreker hoopt, dat burgemeester en wethouders ook in deze ©enigen spoed zullen be trachten. De heer ZIJLMANS sluit zich aan bij den heer Kanters en verwondert er zich over, dat burge meester en wethouders van het feit, dat het gebouwtje reeds is opgericht, geen kennis dragen. Wie moet daar dan wel van jcennis dragen, vraagt spreker. Er is toch een ambtenaar met het bouw- en woningtoezicht belast, die verplicht is in dergelijk© gevallen op te/ treden De VOORZITTER zegt, dat hij een onderzoek zal doen instel'en in hoever de bouwverordening overtre den is en in dat geval proces-verbaal laten opmaken. Naar de vertraging, waarop de heer Cerutti doelt, zal eveneens een onderzoek worden ingesteld. Zonder verdere bedenking wordt alsnu be sloten aan adressant de gevraagde uitzonde ring toe te staan onder de volgende voor waarden a. dat geene verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel c. dat de te bouwen bergplaats en pfriëisl niet van bestemming veranderen en nimmer geheel of gedeeltelijk tot woning worden in gericht e. dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebrufk wordt gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 560