3 NOVEMBER 1917. 569 13. Schrijven van burgemeester en wethouders, daarbij ter goedkeuring aanbiedende eene ontwerp-ge- meenschappelijke regeling met de naburige gemeenten Gihaeken, Princenhage en Teteringenbetreffende den aankoop van brandhout en het maken van briketten. De heer GRUIJS vraagt, of de briketten, die men wil vervaardigen, in mindering zullen strekken van de kolen aan Breda toegewezen. De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend, doch voegt eraan toe, dat die briketten-fabricage waar schijnlijk zal vervallen. De heer BOSSERS vraagt, of het wel noodigi is, brandhout aan te koopen, nu het bekend is geworden, dat Duitschland geregeld kolen zal leveren. De VOORZITTER zegt, dat de Duitsche kolen uit sluitend bestemd zijn voor industrie en gasfabricage, niet voor huisbrand. De heer BOSSERS meent, dat, wanneer Duitschland voldoende kolen zendt voor industrie, de Limburgsche mijnen voldoende produceeren voor huisbrand. De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet houders niet graag de verantwoordelijkheid dragen voor het geval, dat de gemeente in den winter zonder brandstof zou zitten. Er kan eene stagnatie komen in den kolenaanvoer tengevolge van werkstaking, spoor wegongeluk of iets dergelijks. Dan heeft de gemeente toch een houtvoorraad. De heer ZIJLMANS zegt, dat volgens art. 2 iedere gemeente haar aandeel in de kosten betaalt. Spreker vraagt, welk aandeel hier bedoeld wordt. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat bedoeld worden alle kosten, dus ook de onkosten. Iedere ge meente blijft echter volkomen vrij om al dan niet tot de regeling toe te treden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 569