56 27 JANUARI 1917.
van H u 11 e n en van den B i g g e 1 a a r wel
willen aannemen. Op verlangen van den raad is de
bepaling betreffende liet branden van één pit, vroeger
in de regeling opgenomen. Later is dat punt herhaalde
malen besproken, doch men had het beginsel nooit
moeten prijsgeven. In Amsterdam moeten de koffie
huizen ook om 11 uur sluiten. Daar ziet men geen
bezwaar in. En wat in Amsterdam mogelijk is, kan
ook voor Breda geen bezwaar opleveren.
De heer ZIJLMANS zegt, dat men dan ook den
winkelstand zou treffen, hetgeen niet de bedoeling is.
De heer HORNIX zou het een zeer harde maatregel
vinden, als het voorstel-v an Huiten werd aange
nomen. Voor sigarenwinkeliers en slagers zou het een
groote schade in hun bedrijf tewieeg brengen.
De heer VAN DEN BIGGELAAR wijst erop. dat
de statistiek bewezen heeft, dat door het stellen van
een verplicht sluitingsuur de winkeliers geen schade
lijden.
De heer ZIJLMANS vraagt, waar de reizigers dan
heen moeten, die niet den laatsten trein moeten ver
trekken, als de koffiehuishouders na elf uur geen licht
meer mogen branden. Spreker vreest, dat dit tot ver
keerdheden zal aanleiding geven.
De heer VAN HU ETEN meent, dat enkele koffie
huizen bij het station altijd vergunning hebben gehad,
om hunne zaak tot den laatsten trein te mogen open
houden.
De heer STULEMEIJER herinnert eraan, dat hij in
de vergadering van 4 December tegen het voorstel-
Hornix was, omdat niet omschreven was, hoe groot
die ééne pit mocht zijn. Thans is dat bezwaar weg
genomen, doordat de lichtsterkte nu gelimiteerd is. Er