24 NOVEMBER 1917.
599
De heer KANTERS wijst erop, dat het vroeger adres
eerst is gezonden aan burgemeester en 'wethouders, die
daarover het advies der levensmiddelencommissie hebben
ingewonnen. Deze heeft toen met algemeene stemmen
afwijzend geadviseerd en overeenkomstig dat advies
hebben burgemeester en wethouders gehandeld. Spreker
geeft derhalve in overweging, om het adres thans af
te handelen.
De heer CRAMERUS- zegt, dat de raad vroeger be
sloten heeft, om het adres te zenden aan burgemeester
en wethouders ter afdoening. Het verzoek is afgedaan
en nu heeft het geen zin meer. daarop terug te komen.
De heer CERUTTI meent, dat de raad het adres
niet ter afdoening had mogen zenden aan burgemeester
en wethouders. Dat is verkeerd geweest. Als de raad
niet de motieven kent, kan hij ook niet over de zaak
oordeelen. Spreker wil daarom de noodige voorlichting
en geeft in overweging het adres aan burgemeester en
wethouders te zenden om prae-advies.
De heer ZIJLMANS wenscht eveneens een prae-advies
van burgemeester en wethouders, maar niet zooals de
vorige maal. Spreker wenscht de redenen te kennen,
die tot afwijzing van het verzoek hebben geleid, doch
de raad moet beslissen.
De heer BROOS' zegt, dat burgemeester en wethouders
zich toch niet aan banden kunnen laten leggen. E|r
wordt nu gezegd, hoe het prae-advies moet luiden, doch
burgemeester en wethouders handelen, zooals zij meen en
dat goed is.
De heer BOSSERS wenscht eene commissie uit den
raad. De levensmiddelencommissie is pas ingesteld, toen
de heer van der Laan al ontslagen was.
De heer CRAMERUS vraagt, of het niet beter is, dat
de raad bij zijn vroeger ingenomen standpunt blijft.
Burgemeester en wethouders zullen dan gaarne aan