/f^
614 24 NOVEMBER 1917.
De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet
houders een onderzoek zullen instellen.
De heer BROOS meent, dat er weinig aan te doen
zal zijn. Er wordt inderdaad door de kazernes al
bezuinigd.
De heer HORNIX meent, dat er wel wat tegen te
doen is. De verkwisting is meer dan ergerlijk.
De heer GRUIJS zegt, dat die zaak van militaire
zijde moet worden opgelost, zooals ook geschiedt. Als
kapitein van de week, heeft spreker dezer dagen alle
moeite gedaan, om de zaak in het reine te brengen. In
hoever dit in de toekomst helpen zal, moet worden
afgewacht. Overigens meent spreker, dat het niet noodig
is zich met klachten te wenden tot den opperbevelhebber,
maar dat men beter doet, zich te wenden tot den com
mandant van het 6de Regiment Infanterie.
De VOORZITTER dankt voor deze mededeelingen
19. De heer GRUIJS zegt. dat in de vorige verga
dering de toezegging' is gedaan, dat, zoodra de kolen-
prijzen bekend waren, een nieuw voorstel zou worden
gedaan met betrekking tot de gasprijzen. Nu de kolen-
prijzen bekend zijn, had spreker verwacht, dat in deze
vergadering een zoodanig voorstel aan de orde zou
zijn gesteld.
De VOORZITTER zegt, dat de zaak bij burgemeester
en wethouders nog in behandeling is.
De heer BROOS zegt, dat de kolenprijzen variëeren
van f 46.50 tot f 51.per ton, plus f 5.— voor vracht.
20. De heer ZIJLMANS vraagt, hoe het staat met
den overweg aan den Terheijdenschen weg1.
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat aan de
Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen ge-
i