24 NOVEMBER 1917. 615 vraagd is om binnen eene maand met een ander voor stel voor den dag te komen. 21. De heer VAN IERSEL wijst op de vele kolen- diefstallen bij de gasfabriek en meent, dat de openbare weg geene geschikte plaats is om kolen op te slaan. De VOORZITTER zegt, dat hieromtrent, een onder zoek zal worden ingesteld. 22. De heer KLUFT wijst op de onvoldoende ver lichting van de Ginnekenbrug en zou daar 's avonds één pitje willen laten branden ter voorkoming van ongelukken. De VOORZITTER zegt, dat in overweging is het doortrekken van de leuningen. De heer KLUFT hoopt, dat er maatregelen zullen genomen worden. 23. De heer BOSSERS wijst erop, dat onlangs qp den hoek van de Prinsenkade een huis is aangekocht, om het verkeer daar te verbeteren. Het verkeer is daar slecht en daarom vraagt spreker of het niet mogelijk is, de losplaats verderop te brengen en de daar aan wezige boompjes te rooien. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat reeds plan nen ter verbetering in voorbereiding zijn. Belangheb benden zullen echter in de kosten hebben bij te dragen. 24. De heer BOSSERS wijst erop, dat aan de brug bij Concordia lantaarnpalen staan, die bij avond gevaar voor het verkeer opleveren. Spreker vraagt, of die niet wit geschilderd of weggenomen kunnen worden. De VOORZITTER zegt, dat hiernaar een onderzoek zal worden ingesteld. 25. De heer HORNIX herinnert aan eene circulaire

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 615