11 DECEMBER 1917. 619 De VOORZITTER stelt voor, het gevraagde ontslag eervol te verleenen onder dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten en ingaande met het einde van het loopende cursusjaar, zijnde 1 April 1918. Dienovereenkomstig wordt besloten. 5. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord1 hrabant, d.d. 21 November 1917, G no. 271, daarbij te kennen gevende, dat gemeld college voornemens is de jaarwedden van den burgemeester, secretaris en ont vanger respectievelijk te brengen op f 500b. f 40100.— en f 3250.met uitnoodiging, overeenkomstig het be paalde in de artt. 73, 104 en 107 der gemeentewet, te willen mededeelen, of de raad zich hiermede kan ver eenigen. De heer STULEMEIJER zegt, dat het hem pijnlijk heeft getroffen, dat deze zaak nu aan de orde komt, omdat hij bij de stukken heef t aangetroffen een uittreksel uit het laatste rapport der commissie voor de salaris herziening, terwijl zooveel andere meer urgente salaris herzieningen, waarvan de rapporten reeds geruimen tijd bij burgemeester en wethouders zijn ingediend, blijven liggen. Het is wel buiten de schuld van burge meester en wethouders, maar 't is toch pijnlijk voor ben, die reeds zoo lang op loonsverbetering wachten, zooals de werklieden en agenten van politie. Spreker zal niet tegenstemmen en ook niet protes teeren, doch heeft gemeend, dit thans in het midden te moeten brengen. Spreker wenscht er dan ook op aan te dringen met de salarisherzieningen den meest mogelijken spoed te betrachten. Vooral de loonen der werklieden en agenten van politie eisehen noodzakelijk herziening; en behooren op hooger peil te worden gebracht. De duurtetoeslag is niet eens meer toereikend voor een normaal loon. Als men nagaat, dat er werklieden zijn, die f 9.per week verdienen, terwijl de minste loonen hij! particulieren f 11.50 a 1' 12.bedragen, is het begrijpelijk, dat die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 619