620 11 DECEMBER 1917. menschen aandringen op verhooging. Het gaat niet aan hen nog langer te laten wachten. Aan de salariscommissie is hiervan geen verwijt te maken, wijl deze met den noodigen spoed heeft gewerkt. Voor burgemeester en wethouders moge het éene ver ontschuldiging zijn, dat er veel werk is, maar het is toch eenigszins pijnlijk, dat zij onmiddellijk eene ver hooging van de jaarwedden van den burgemeester, secretaris en ontvanger aan de orde stellen. De VOORZITTER wij'st erop, dat gedeputeerde staten een antwoord vragen vóór 15 December. Ware in het schrijven geen bepaalde datum genoemd, dan zouden burgemeester en wethouders de zaak hebben uitgesteld en eerst de salarisregelingen van de agenten van politie en werklieden aan de orde hebben gesteld. In ieder geval kan spreker de toezegging doen, dat die salaris herzieningen in een der eerstvolgende vergaderingen aan de orde zullen komen. De heer VAN IERSEL zegt, dat gedeputeerde staten in hun voorstel ten aanzien van de jaarwedde van den gemeente-ontvanger afwijken van hetgeen door de sa lariscommissie wordt voorgesteld, die de wedde van den ontvanger wil bepaald zien op f 3500. Spreker meent, dat voor eene stad als Breda een salaris van f 3500.voor den ontvanger niet overdreven is, zoodat hij in overweging geeft aan gedeputeerde staten dien overeenkomstig te berichten. De heeren FEBER, ZIJLMANS en BOSSERS onder steunen dit voorstel. Niemand der leden hiertegen verder eenige bedenking te kennen gevende, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten aan gedeputeerde staten te berichten, dat de raad zich vereenigt met de voorgenomen verhooging van de jaar wedden van den burgemeester en den secre taris, doch dat hij de jaarwedde van den ont vanger wensclit te zien vastgesteld op f 3500.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 620