11 DECEMBER 1917. 623 ,,0o. het houden van toezicht op de handelingen van „van besturen van afdeelingen van bonden met centrale „kassen, voor zoover die handelingen betrekking beb- „ben op de leden der centrale kassen, die binnen de „gemeente wonen, en in het bijzonder „3o. het nagaan van de controle op de werkloosheid. „Nu is het niet onmogelijk in de leemte, door het „verdwijnen van het fondsbestuur ontstaan, te voorzien „door aanstelling van een of meer ambtenaren, doch „hoogst wenschelijk en geheel in lijn van het tot nu „toe bestaande is het, dat in een zoo sociaal-technisch „onderwerp als de werkloosheidsverzekering, belang hebbenden en deskundigen zelf ons college kunnen voorlichten. „Om die reden achten wij de instelling eener com- missie van advies de meest gewenschte oplossing en „bovendien ook te verkiezen boven het behoud van het „Eonds-, zij het dan ook in gewijzigden vorm. „Met deze zienswijze kan het Bestuur van het Tij- „delijk Werkloozenfonds, wiens advies wij hebben in gewonnen, zich volkomen vereenigen. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer „U mitsdien voor te stellen „lo. met ingang van 1 Januari a.s. op te heffen het „Tijdelijk gemeentelijk werkloozenfonds „2o. in te stellen eene commissie van advies voor „de werkloosheidsverzekering en ,„3o. vast te stellen de hierbijgevoegde ontweijp-ver ordening regelende de samenstelling en den werkkring „van gemelde commissie". De VOORZITTER vraagt, of de raad zich met dit voorstel en de overgelegde ontwerp-verordening kan vereenigen. De heer FEBER geeft in overweging, om de voor laatste alinea van .art. 2 aan te vullen. Zooals de re dactie thans luidt, is het niet mogelijk, dat van de vier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 623