624 11 DECEMBER 1917.
leden, die tegelijk voor' twee jaren worden benoemd, er
na twee jaar slechts twee aftreden. Spreker zou in over
weging willen geven, om na den eersten volzin te laten
volgen met dien verstande, dat van de vier leden voor
de eerste maal te benoemen, twee na één jaar zujllen
aftreden. Ook zou spreker in -hot. artikel willen opge
nomen zien, dat de voorzitter eveneens terstond her
kiesbaar is.
De heer VAN BAVEL wijst erop, dat in art. 2 het
aantal leden wordt gesteld op vier, waarvan de helft
moet bestaan uit leden der gesubsidieerde vereenigtingen.
Spreker zou aan de commissie ook plaatsvervangende
leden willen zien toegevoegd, wijl het mogelijk is, dat
de leden, vooral die door de gesubsidieerde vereeni-
gingen zijn. aangewezen, niet altijd in de gelegenheid
zullen zijn om de vergaderingen bij te wonen. Aangezien
het van het allergrootste belang is, dat de vergaderingen
steeds voltallig zijn, dringt spreker aan op de aanwij
zing van plaatsvervangende leden.
In de derde zinsnede van datzelfde artikel staat, dat
de leden der gesubsidieerde vereenigingen worden be
noemd na verhoor van de plaatselijke bestuurdersbonden
of vakcentralen of de besturen van plaatselijke gesub
sidieerde vereenigingen en plaatselijke afdeelingen.
Spreker zou gaarne dat woordje of gewijzigd willen
zien in en. Anders zou men een van beiden kunnen
uitsluiten.
De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet
houders de verordening hebben overgenomen, zooals zij
door het bestuur van het werkloozenfonds is ingediend.
De heer STULEMEIJER meent, dat in het werkloo
zenfonds ook plaatsvervangende leden zijn aangewezen.
De heer ZIJLMANS ziet er geen enkel bezwaar in,
dat in de commissie ook plaatsvervangende ledten gittfmg
hebben, zooals tot dusver met het werkloozenfonds het
geval is.