4^
636 11 DECEMBER 1917.
De heer STULEMELJER kan niet stemmen voor het
verleenen van een toeslag, zoolang niet bekend is hoe
groot die toeslag zal zijn en aan wie die zal worden
verleend. Als de heer G r n ij s daaromtrent een voor
stel wil doen, had het ook op zijn weg gelegen eene
berekening van kosten te maken.
De heer GRUIJS acht dit niet mogelijk, wijl hij alle
gegevens mist. Als in principe wordt uitgemaakt, dat
er een toeslag zal gegeven worden, kunnen burgemeester
en wethouders in eene volgende vergadering met be
cijferingen komen.
De heer CERUTTI is tegen het verleenen van toe
slag, nu hij hoort, dat hout tegen zeer goedkoopjen prijs
beschikbaar zal worden gesteld.
De heer GRUIJS meent, dat het crediet voor hout-
aankoop alleon is toegestaan om in den uitersten nood
te voorzien, als er niet voldoende kolen zouden zijn.
Spreker gelooft niet, dat het de bedoeling is geweest
om hout te distribueeren, als de kolen te duur worden.
De VOORZITTER zegt, dat hieromtrent van te voren
niets bepaald kan worden. Burgemeester en Avethouders
wenschen af te wachten de rijksregeling. Spreker meent,
dat deze kwestie niet te lang duren zal.
De heer GRUIJS zou dan in overweging willen geven
aan burgemeester en wethouders, om in den Haag te
in for moeren in hoever er kans is op eene rijksbijslag-
regeling;.
De VOORZITTER zegt, dat hiertegirn geen bezwaar
bestaat. Spreker wijst er nog op, dat het al of niet
verstrekken van onderbons eene zaak is, die de brand
stof f ene ommissie aangaat. Hij zal dus het voorstel van
burgemeester en wethouders in stemming brengen.
Indien dit verworpen Avordt, wil spreker het er voor
houden, dat aan de brandstoffencommissie in overAvc-
ging zal worden gegeven, aan het verzoek om onder
bons zoo mogelijk gevolg te geven