22 DECEMBER 1917.
669
De lieer STULEMEIJER zegt, dat hij aanvankelijk
hetzelfde idee was toegedaan. Spreker heeft zijn licht
opgestoken bij schoolautoriteiten, en daarbij vernomen,
dat er van dienstweigering in strikt wettelijk en zin
geen sprake is, wijl deze onderwijzeres hare hoofdbe
zigheid niet vindt in dienst der gemeente. Toen zij
werd benoemd, is dat niet geschied met vastgestelde
dagen en uren, waarop zij onderwijs zou moeten gleven.
Burgemeester en wethouders hebben dus vol (omen recht
daarin wijziging te brengen en tiaar voor ontslag voor
te dragen, indien zij niet bereid is hare functie op die
dagen te vervuilen. Ook meent spreker, dat burgemees
ter en wethouders niet anders hebben kulnnen handelen,
waar aan de betrokkene meermalen is aangeraden, haar
ontslag aan te vragen. Toch is spreker van oordeel,
dat de raad meer clement zou kunnen zijn en daarom
geeft hij in overweging uit het ontwerp-besluit het woord
dienstweigering weg te laten en het ontslag alsnog
eervol te verleen en.
De heer CERUTTI wijst erop, dat dit voorstel een
gevolg is van eene gewijzigde dienstregeling, tengevolge
waarvan die onderwijzeres hare functie niet kan waar
nemen. Al bestaat nu het recht tot ontslag, dan blijft
nog over de kwestie van billijkheid. Door wijziging
van den lesrooster is er aan de school aan de Middel
laan eene onderwijzeres, die hare lessen niet kan waar
nemen, doordat zij ook nog aan andere scholen ver
bonden is. Dat is toen op die wijze geregeld, dat zij
toch hare wedde behoudt. Aan de school aan de Kloos
terlaan is eene onderwijzeres, die tevens verbonden is
aan eene normaalschool in Zeeland. Door beperking
van den treinenloop kan zij hier hare lessen ook niet
geheel waarnemen, hetgeen toen eveneens op billijke
wijze is geregeld. Daarom zou spreker ook in dit geval
eene oplossing wiillen vinden. Hoofdzaak dezer regeling
is kolenbesparing. Op andere scholen worden de hand
werklessen op Woensdagmiddag gegeven, zoodat mis-