684 22 DECEMBER 1917. van sprekers betoog is, om te weten of de raad van meendng is, dat een differentieel tarief behoort te worden ingevoerd. Het kan geen bezwaar zijn, dat de raad zich daarover uitspreekt en dan kunnen burgemeester en wethouders in dien geest een voorstel gereed maken. De heer ZIJLMANS zegt, dat de vraag, of al dan niet een differentiëel tarief zal worden ingevoerd, eene zaak is van den raad. In zijne kwaliteit van raadslid heeft hij die zaak te beoordeelen, doch als lid der gas- commissie mag hij daarin niet treden. Als zoodanig houdt spreker slechts rekening met het bedrijf, dat geen philantropische instelling is, doch slechts ten doel heeft winst te maken. Het maken van eene onbehoorlijke winst moet echter uitgesloten blijven. Indien de gasprijts 15 cent bedraagt, zijn de gasverbruiikers er nog heel wat beter aan toe, dan de petroleumverbfrulkers. Petro leum kost per liter, na aftrek van den toeslag, 30' cent en geeft 4 uur licht. Een M3. gas van 15 cent echter 8 uur. Gas is dus nog veel goedkoopier dan petroleum en de winst van de fabriek blijft geëvenredigd aan den omzet. De heer BOGAARDT meent, dat er bij den beer Z iji 1 m a n s een misverstand bestaat. Het is nooit het idéé geweest om het winstcijfer omhoog of omlaag te brengen, maar het gaat hier om het tarief. Burgemeester en wethouders hebben voorgesteld een uniformtarief en daartegenover wordt gesteld een ander s.elsel, een-pro gressief tarief, maar zoodanig ingericht, dat de winst dezelfde blijft. Daardoor wordt tegemoet gekomen aan een eisch van sociale rechtvaardigheid. De heer ZIJLMANS herhaalt, dat hij alleen zijn standpunt als lid van de gascommissie verdedigd heeft en dat hij meent als zoodanig alle inlichtingen te moe ten geven. De heer CERUTTI zeg,, dat hij wel iets voelt voor epn differentiëel tarief, maar niet, zooals de heer S t u-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 684