687 22 DECEMBER 1917. De VOORZITTER zegt, dat hiertegen geen bezwaar bestaat. Zonder verdere bedenking wordt alsnu be sloten overeenkomstig het voorstel van burge meester en wethouders. "28. De heer ZIJLMANS, alsnu het woord gevraagd en verkregen hebbende, wenscht tot burgemeester en wethouders de volgende vragen te richten lo. Hoeveel aardappelen heeft het levensmiddelen- bedrijf thans in voorraad en tot hoelang zijn deze vol doende 2o. Waar en hoe zijn dezelve opgeborgen 3o. Wie is als deskundige voor de opberging ge raadpleegd 4o. Welke maatregelen zijn genomen, om de aard appelen in bruikbaren staat te houden en te doefn blijven?' De VOORZITTER zegt. dat daarop in de eerstvol gende vergadering zal worden geantwoord. 29. De heer VAN BAVEL vraagt inlichtingen om trent de distributie van bruine booiien en' of het vet- rantsoen hier minder is, dan door de regeejring is voor geschreven en ook in andere gemeenten wordt verstrekt. De heer CRAMERUS antwoordt hierop, dat de zen. dingen boonen dikwijls lang onder weg blijven. Het vetrantsoen is hier even groot als elders. Het schijnt, dat in andere gemeenten om de 14 dagen een bon voor 1 ons vet wordt verstrekt. Hier is het iedere week l/ ons. De heer VAN BAVEL meent, dat het rantsoen vet, door de regeering toegestaan, bedraagt '6/ ons per maand, welke hoeveelheid hier niet verstrekt wordt. De lieer CRAMER U8 zegt, dat het rantsoen geregeld wordt verstrekt, zooals is voorgeschreven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 687