4$ 68 24 FEBRUARI 1917. 8. Adres van verschillende gemeente-ambtenaren, verzoekende alsnog te bepalen, dat bij de berekening van den duurtetoeslag de neveninkomsten der ambte naren buitien beschouwing worden gelaten. De VOORZITTER zegt, dat, hetgeen adressanten verzoeken, in strijd is met het beginsel van het besluit, waarbij duurtetoeslag is toegekend. Als hieraan wordt voldaan, zou eene geheel nieuwe regeling gemaakt moeten worden. Spreker vraagt, of de raad het adres om prae-advies in handen van burgemeester en wet houders wenscht te stellen, ofwel daarop reeds aanstonds afwijzend wenscht te beschikken. De heer CERUTTI zegt, dat hij bij de behandeling van het voorstel zijne stem onthouden heeft aan het amendement-v an I e r s e I en eveneens aan het .voor- stel-Z ij 1 m a n s, wijl deze beide voorstellen door bur gemeester en wethouders onaannemelijk werden ver klaard en hij liever een half ei had dan een ledigen dop. Als spreker echter nagaat, hoe de regelingen thans zijn, dan blijkt daaruit dat er geen systeem in zit. De werklieden krijgen als duurtetoeslag 1/6 van hun loon. de politie-agenten 1/8 van hun aanvangsalaris en de ambtenaren, die ongehuwd zijn 5 en de ge huwden 10 van hun werkelijk inkomen tot een maximum van f 20CO. Spreker vraagt, of de ambte naren, wier wedde met neveninkomsten op 1 Januari f 2000.bedraagt, docli die te voren dat inkomen niet hadden, ook thans nog voor toeslag in aanmerking komen. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat rekening- wordt gehouden met de periodieke tractementsver- hoogingen en dus ook met het gestelde maximum van f 2000. De heer CERUTTI vindt liet niet billijk, dat ook met de neveninkomsten rekening wordt gehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 68