29 DECEMBER 1917. 695 „plein en ter verbreeding van een gedeelte der Akker- „straat, gelegen tusschen de Kerkstraat en de Kei zerstraat. „Deze bedenkingen komen op het volgende meer „Op de eerste plaats blijkt niet van een voor a r- „giaand raadsbesluit, waarbij de grond is aangewezen, „die in de naaste toekomst voor den aanleg der straten „is bestemd en op de tweede plaats rijst bij Gedepu teerde Staten de vraag, of in casu het belang eener „stelselmatige bebouwing gediend wordt, dan we.1 of „het- hoofddoel is het scheppen van een nieuwen ver keersweg ter ontlasting van de Gin'nekenstraat. „Tot goed begrip der zaak zij er aan herinnerd, dat „artikel 27, le lid, der Woningwet, luidt „„De gemeenteraad is bevoegd in het belang „„van stelselmatige bebouwing te ver- „bieden, dat gebouwen worden gebouwd of herbouwd „op grond, welke ingevolge een voorafgaand „raadsbesluit in de naaste toekomst voor den aajnleg „„van eene straat, eene gracht of een plein bestemd is." „Hieruit blijkt dus, dat de bevoegdheid tot het ves- tigen van een bouwverbod alleen bestaat, wanneer het „geschiedt in het belang van stelselmatige „b e b o u w i n g terwijl van te voren de grond „moet worden aangewezen, die voor den aanleg eener „straat bestemd is. „Allereerst dient dus overwogen te worden, of het „belang eener stelselmatige bebouwing niet in het ge- drang komt, zooals Gedeputeerde Staten veronder- „s|tellen, nu het scheppen van een nieuwen verkeersweg „als hoofddoel is aan te merken. „Het spreekt vanzelf, dat bij den aanleg van elke „straat het scheppen van een verkeersweg hoofddoel is „en dat zulks het vestigen van een bouwverbod niet „behoeft uit te sluiten, wanneer dit in liet belang eeqer „stelselmatige bebouwing wordt noodig geacht. „In het onderhavige geval is het vestigen van een „bouwverbod zelfs dringend noodzakelijk om den wo-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 695