70 24 FEBRUARI 1917. Wat het bekleeden van nevenbetrekkingen aangaat, daartoe zijn de ambtenaren gedwongen wegens de zorg voor hun huishouden. Zij worden dus door'.die gemaakte uitzondering erg getroffen, zoodat spreker voorstelt op het adres gunstig te beschikken. De heer VAN 1ERSEL zegt, dat hij vroeger een amendement in dien geest heeft ingediend en daarom het voorstel-H o r n i x gaarne wil ondersteunen. Spreker beschouwt den toeslag als eene erkenning, dat heit salaris in de huidige omstandigheden ie laag is. De nevenin komsten hebben daarmede niets te maken. Daardoor gaat de gemeente beslag leggen op particulier bezit. De heer CRAMERUS meent, dat men van de zaak afdwaalt en het vroegere voorstel v an Iersel op nieuw gaat behandelen. Wijl de bestaande regelingen echter met 1 Mei a.s. vervallen en wellicht nog meer dere fouten aan het licht zullen komen, acht spreker het beter dit punt aan te houden en tegen 1 Mei met eene nieuwe regeling voor den dag te komen. Het is den raad niet onbekend, dat spreker het met de tegen woordige regeling niet eens is, zoodat hij gaarne zijne medewerking zal verleenen tot het maken eener nieuwe regeling, waarbij met de zienswijze van den heer v a n Iersel zal worden rekening gehouden. De heer FEBER acht het niet raadzaam, om tot Mei (c wachten. De menschen hebben het thans 't meest noodig en daarom geeft spreker in overweging gunstig op het adres te beschikken. De heer VAN DIJK zou wenschen, dat de toeslag geregeld werd, zooals die bij de maatschappij tot ex ploitatie van staatsspoorwegen bestaat en waaraan nog onlangs eeöige uitbreiding is gegeven. Spreker zou ook gaarne zien, dat thans op het verzoek gunstig werd beschikt. Do in 1' voor' wel den. uit De geen betaa De stam vasts wille De no oil D< stam dat gerc: over 9. hout ('01111 kan D bent raad D de i moe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1917 | | pagina 70