712 29 DECEMBER 1917.
reeds is aangedrongen, doch dat zulks tot dusver niet
veel heeft uitgehaald. Steeds werd hetzelfde antwoord
vernomen.
Spreker sluit zich aan bij hetgeen gezegd is van de
wenscheiijikheid omtrent de uitgifte van een gemeente
blad, waarbij dan niet vergieten moet worden het maken1
van een stenografisch verslag van de raadsvergade
ringen. Misschien bestaat er dan meer kans, dat de
notulen spoediger in het bezit van de raadsleden komen
en dat niet in December de notulen moeten worden
vastgesteld van eene vergadering in Juli gehouden.
Men weet na maanden niet meer, of het verhandelde
juist is weergegeven. Gelukkie- bestaat hier eene aan
gename verstandhouding, anders, zou men andere too-
neelen beleven.
Wat betreft de verdeeling van de werkzaamheden
onder de leden van het college van burgemeester en
wethouders, herinnert spreker aan de motie indertijd
door den heer van lersel ingediend en waarbij1
toen reeds in den breede de wenachelijkheid dier taak-
verdeeling is betoogd. Het college behoeft dan niet zoo
dikwijls meer collectief te vergaderen en verschillende
zaken zullen dan beter en vlugger behandeld worden.
Zooals nu een afzonderlijke wethouder zich belast met
het levensmiddelenbedrijf, zou spreker dat wenschen
voor de gasfabriek, de openbare werken en de financiën.
Hij hoopt, dat het de laatste maal zal zijn, dat hierop
is aangedrongen.
Wat de badinrichting aangaat, verwijst spreker naar
het rapport indertijd door de commissie daaromtrent
uitgebracht en op de leeskamer voor deleden ter inzage.
Omitlrent het vaststellen van een werkliedenreglement
heeft de salariscommissie aan het slot van haar eerste
rapport de noodzakelijkheid daarvan reeds aangetoond.
Spreker vereenigt zich hierbij geheel met het idéé: van
den lieer van B a v e 1, om daarvoor eene commissie
in het leven te roepen.
De kwestie van schoolvoeding en schoolkleeding is