724 29 DECEMBER 1917.
Antwoord
Art. 10. 'De afdeeling' Breda van den Nederlandschen
Bond voor Lichamelijke Opvoeding bestaat nog. Zij heelt
het bedoelde terrein in huur van het Rijk en veilig
heidshalve het houten hek opgeborgen. Of het terrein
bebouwd zal worden hangt af van het Rijk.
De post wordt goedgekeurd.
Bij de behandeling van hoofdstuk IX (Armwezen),
vraagt de heer VAN BAVEL, of er nog niet een adres
is van het R. K. Gasthuis om verhooging der ver-
pleeggelden.
De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend en
zegt, dat reeds in beginsel tot die verhooging besloten
is, maar dat het prae-advies nog niet gereed is.
De heer VAN BAVEL wijst erop, dat alles zooveel
duurder is geworden en hoopt, dat voor de armsten
der armen ook iets zal gedaan worden.
De heer ZIJLMANS meent, dat er ook nog een der
gelijk adres is van het bestuur van het. Diaconessenhuis.
De VOORZITTER zegt. dat deze adressen gelijktijdig
behandeld zullen worden.
De heer BOSlSERS vestigt er de aandacht op, dat de
koeten van verpleging in het R. K. Gasthuis niet alleen
zijn voor zieken, maar wel voor 7/8 voor ouden va,n
dagen, 't Is eene verkapte manier, om die menschen
onder dak te brengen.
De VOORZITTER betwist zulks. De verpleging vap
ouden van dagen geschiedt voor rekening van het bur
gerlijk armbestuur, de ziekenverpleging wordt door de
gemeente betaald.
De heer BOSSERS weet bij ondervinding, dat dit
niet het geval is. Men komt er als zieke, doch na herstel
blijft mem er rondloopen. 't Is een soort van opberging.